VMBO | HAVO | VWO | Rijbewijs
Gratis oefenvragen en proefexamensGeplaatst op: februari 3, 2020
Waar mag je niet stilstaan met de auto?
Als je het auto theorie examen wilt doen, dan krijg je te maken met veel verschillende regels. In dit artikel wordt uitgelegd in welke situaties en waar je niet mag stilstaan met een auto.
Het is belangrijk om de begrippen stilstaan, stoppen en parkeren van elkaar te kunnen onderscheiden bij het theorie examen oefenen. Deze begrippen hebben namelijk een betekenis die van elkaar verschilt. De betekenis van parkeren, stilstaan en stoppen zijn afkomstig uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
Stoppen = betekent dat er verkeersnoodzaak is. Dit wordt ook wel verplicht stilhouden genoemd en je blijft deelnemer aan het verkeer.
Voorbeelden stoppen = stoppen voor een stopteken van een verkeersregelaar, stoppen om een andere weggebruiker voor te laten gaan of stoppen voor een gesloten overweg.
Stilstaan = betekent dat je vrijwillig stilstaat. Dit is zonder verkeersnoodzaak.
Voorbeelden stilstaan worden in de volgende paragraaf beschreven.
Parkeren = betekent dat een voertuig stilstaat en geen deelnemer meer bent van het verkeer.
Voorbeelden parkeren = De auto stoppen, uitstappen en vragen naar de weg. De auto stoppen om een brief te posten.
Het onmiddellijk in- en uit laten stappen van een passagiers is stilstaan (dus niet parkeren).
Voorbeelden van stilstaan met de auto zijn bijvoorbeeld:
Het woord “onmiddellijk” is belangrijk, aangezien bedoeld wordt dat het direct gebeurt. Gebeurt het in- en uitstappen of laden en lossen niet direct dan is er eerst sprake van parkeren.
Het is toegestaan om stil te staan op de rijbaan aan de uiterste linker of rechterkant van de weg. Je maakt een keuze tussen link of rechts aan de hand van de veiligste plek op de rijbaan. Je mag het overige verkeer niet hinderen.
In de volgende situaties mag je met de auto niet stilstaan:
Geplaatst op: mei 19, 2019
Voor fietsers zijn er verschillende plekken waar ze kunnen fietsen. Echter, veel mensen weten niet het verschil tussen de fietsstrook en een suggestiestrook. Wanneer moet je er verplicht gebruik van maken en wanneer niet? En nog belangrijker, hoe herken je op welke van deze twee je rijdt? Het is belangrijk om de verkeersregels voor op de fiets te kennen, ook als je in een auto rijdt. Zo weet je namelijk ook hoe je in de auto rekening kunt houden met fietsers. Leer het dus ook goed met je auto theorie examen.
Fietsstrook
Een fietsstrook kun je herkennen aan een doorgetrokken of onderbroken streep aan de zijkanten van de weg. Op dit gemarkeerde gedeelte van de weg is dan een afbeelding van een fiets weergegeven.
Het is verplicht om gebruik te maken van een fietsstrook als fietser. Voor een auto of ander voertuig dan een fiets is het verboden om te stoppen, te parkeren of stil te staan op een fietsstrook.
Als een doorgetrokken streep de fietsstrook aangeeft, is het verboden voor andere voertuigen dan een fiets om op de fietsstrook te rijden. Als twee fietsers naast elkaar willen rijden, mag je wel de fietsstrook overschrijden. Als een onderbroken streep de fietsstrook aangeeft, mogen andere voertuigen wel op de fietsstrook rijden (dus niet stoppen of parkeren).
Suggestiestrook
Een suggestiestrook kun je herkennen aan een onderbroken streep aan de zijkant van de weg. Bij een suggestiestrook staat er echter geen afbeelding van een fiets weergegeven. Het is gebruikelijk dat een fietser op deze strook fietst, omdat je zo veel mogelijk rechts hoort te houden, maar verder biedt het geen enkele rechten aan een fietser. Alle andere voertuigen mogen ook van de suggestiestrook gebruik maken.
Het is dus vooral belangrijk voor andere voertuigen dan fietsers om de regels over fietsstroken te kennen. Zo weet je namelijk of je mag stoppen op het fietspad om bijvoorbeeld te lossen of te laden of om een andere reden. Bij het theorie examen oefenen is het dus belangrijk om ook over de fietsstroken te leren.